Naar de hoofdinhoud

Studiedag OPZ Geel - 1 december 2022: abstracts

Hieronder kunt u de abstracts van de verschillende lezingen lezen. Voor het uurschema en alle praktische informatie kunt u hier terecht.

Abstracts

Zorg voor ongedwongenheid: dilemma’s en grijze zones in het streven naar veilige psychiatrische zorg.

Nick Mariën, psychiatrisch verpleegkundige Dagkliniek Jongeren OPZ Geel, en Nele Alderweireldt, psychiatrisch verpleegkundige Behandeleenheid 2 Volwassenen OPZ Geel, Ze zijn beiden in het OPZ Geel actief als Referentiepersoon Zorg voor Ongedwongenheid.

We starten onze presentatie met een korte introductie over het klinisch veiligheidsbeleid van het OPZ Geel met aandacht voor gehanteerde kaders en ontwikkelingen binnen het thema zorg voor ongedwongenheid. Iedere psychiatrische zorgverlener wordt geconfronteerd met botsende waarden (bijvoorbeeld veiligheid en vrijheid) in het streven naar goede zorg. Aan de hand van praktische voorbeelden nemen we de tijd om stil te staan bij moeilijke keuzes in ons professionele handelen, bij wat we doen of net niet doen. Hierbij vertrekken we vanuit een brede en genuanceerde kijk op veiligheid voor alle betrokkenen.
We gaan in op een aantal methodieken, benaderingsstrategieën en denkwijzen.
De hoofdvraag van onze presentatie en van onze bijdrage aan de uitwisseling: hoe gaan we om met de dilemma’s en spanningsvelden die we tegenkomen bij zorg voor ongedwongenheid in ons beleid en in de dagelijkse praktijk?

‘50 tinten grijs’: een kwestie van durven in de zorg voor kind en context.

Kirsten Claessens, psychologe Reguliere K-dienst divisie Jongeren OPZ Geel, Nicky Theunis, verpleegkundige Reguliere K-dienst/Leefgroep Kids, en Luce Van Dingenen, verpleegkundige Reguliere K-dienst/Leefgroep Tieners.

In onze presentatie geven we weer hoe we gedurende 17 jaar kinderpsychiatrie meer en meer grijze zones zijn gaan betreden en ons gewaagd hebben op onbekend terrein. Wat ligt aan de basis van deze evolutie? Welke condities zijn hiervoor nodig? En welke ethische aspecten zijn eraan verbonden?
We spreken over verschillende tinten grijs omdat ze vanuit een verschillend kader zijn ontstaan. Het gaat onder meer om een beleidskader, het denkkader van geweldloos verzet, een visie op begeleiding vanuit zorg op maat en het spanningsveld tussen algemene afdelingsregels en de individuele noden van de jongeren.
De toepassing en uitvoering ervan kunnen zich situeren op verschillende niveaus (team, context, kind) en met betrekking tot verschillende disciplines. Er is een zekere durf nodig om de grijze zones op te zoeken. Ze beogen echter één groot doel, namelijk een betere zorg voor het kind en zijn context. We illustreren de verschillende tinten grijs aan de hand van concrete voorbeelden.

Over verslavingszorg in de Kempen en grijze gebieden in de zorg.

Dieter Mols, kinesitherapeut, lid lokale Stuurgroep verslaving Baldemore in Balen, actief in het jeugdwerk en raadslid Lokaal Bestuur Balen.

De omschrijving ‘grijs gebied in de zorg’, centraal in de thematiek van de studiedag, kan als metafoor dienen om te focussen op bepaalde delen van het interventiespectrum rond verslaving. ‘Grijs’ staat dan voor een ‘gebied dat nog niet is ingekleurd of hoogstens met een waas van pastel is ingetekend’.
Primaire preventie gaat over acties die ondernomen worden om te voorkomen dat mensen het pad van verslaving - of ruimer van problematisch middelengebruik - opgaan.
 ‘Binge drinken’ en ‘voordrinken’ zijn ingeburgerd, en jongerenevents die vrij zijn van illegale drugs zijn in de Kempen grote uitzondering. Prevalentiecijfers van problematisch gebruik maken ons ongerust.
Dit alles appelleert onze ethische bewogenheid. Het roept de cruciale vraag op: ‘zien we machteloos toe of kunnen we samen iets ondernemen?’
Een aantal verontruste burgers, die niet langer machteloos wilden blijven toezien, trokken aan de bel bij beleidsmakers. Het werd het begin van een uitdijende beweging in de Kempen. Het is het verhaal van een lokale stuurgroep rond alcohol en andere, met name illegale drugs. Het is ook het verhaal van samenwerking tussen experts (CGG, VAD, CAW), burgers, beleidsmakers, jongeren en betrokken gemeentelijke diensten. Ook een verhaal van ‘community based’-GGZ en van geïntegreerde zorg met aandacht voor zorgzame buurten en buurtgerichte zorg, waarin burgerinitiatief en participatie centraal staan.
In een eerste deel spreken we over hoe verslaving eruitziet als je de bril van de epidemioloog opzet. We bespreken ook enkele dominante sociale perspectieven rond drug- en alcoholgebruik. We vergelijken budgetten voor ‘bedden’ met die voor primaire preventie.
In een tweede deel gaan we nader in op wat mensen op het terrein doen en op de concrete manier waarop ze effectief en actief mee het beleid vorm geven. Aan de hand van de vraag: hoe werk je in de praktijk samen met jeugdbewegingen, horeca, fuifmedewerkers? Daarbij komen aan bod: een Regionaal lerend netwerk en Lokale acties in Balen.

Dilemma’s en spanningsvelden in de begeleiding van vragen rond het levenseinde.

Dr. Ilse Decorte, algemene arts divisie Ouderen OPZ Geel, arts Palliatieve zorg Jessa Ziekenhuis in Hasselt en actief in de Werkgroep Palliatieve zorg & psychiatrie (Palliatieve Zorg Vlaanderen).

In deze presentatie wordt stilgestaan bij de dilemma’s en spanningsvelden die je als zorgverlener kan ervaren in de begeleiding van vragen rond het levenseinde. Ze raken de kern van de zorg die je bieden wilt en raken je in de beleving van je integriteit als zorgverlener. Hoe ga je ermee om? Wat zijn handvatten?
Met name bij de vraag om levensbeëindiging vanwege psychisch lijden word je als zorgverlener indringend geconfronteerd met dilemma’s, spanningsvelden en grijze gebieden. Ze zijn bovendien talrijk aanwezig en vragen veel aandacht. Zo is er een niemandsland tussen niet willen leven maar daarom niet dood willen. Soms ervaart de patiënt zich verdeeld tussen zijn eigen verlangen om te sterven en het deel van hem dat toch nog probeert te leven. Bijna altijd is er een spanningsveld tussen overleven en ‘echt’ leven.
Ook als zorgverlener krijg je bij het begeleiden van zo’n euthanasievraag te maken met innerlijke spanningsvelden en dilemma’s. Zo is er het dilemma tussen zelfzorg waarbij je je eigen waarden en noden erkent en die zich soms scherp aftekenen tegen de waarden en noden van je patiënt. Daarnaast is er ook altijd het balanceren tussen de belangrijke waarde van de autonomie en het erkennen van andere waarden die ook meespelen maar in onze maatschappij mogelijk wat vergeten worden, zoals bijvoorbeeld kwetsbaarheid, hoop en verbondenheid.
Het gaat verder om de spanningsverhouding tussen kennis opgebouwd vanuit ‘evidence based practice’ en de aandacht voor de concrete persoon op een meer existentieel niveau. Het gaat eveneens om het dilemma tussen het ingaan op een authentieke vraag tot levensbeëindiging en tegelijk de deur openlaten voor mogelijkheden tot herstel en voor de levenskracht van mensen.
Enkele voorbeelden uit de klinische praktijk illustreren de reflectie over dilemma’s en spanningsvelden bij de zorg voor vragen van mensen rond het levenseinde.