Naar de hoofdinhoud

Veilige zorg

Het OPZ Geel doet er alles aan om een zo veilig mogelijke zorg te bieden aan mensen die worden opgenomen. Daartoe hebben we een uitgewerkt systeem van veiligheidsmanagement, is er een strikt beleid voor het omgaan met agressie en het inzetten van dwangmaatregelen en zetten we sterk in op suïcidepreventie. 

Veiligheid

Patiëntveiligheid zit verankerd in het beleid en in de dagelijkse werking van het OPZ Geel. Het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) is een van de hulpinstrumenten. Veiligheidsmanagement gaat om het uitsluiten of toch zeker minimaliseren van de kans op schade aan een patiënt die zou ontstaan omdat niet gehandeld wordt volgens professionele standaarden en/of doordat het zorgsysteem tekortschiet. Door een goed uitgewerkt systeem kunnen we continu risico’s en incidenten signaleren en verbeteringen doorvoeren. Daarnaast kunnen we beleid vastleggen, evalueren en aanpassen. Het VMS is een belangrijk onderdeel van het algehele beleid van ons ziekenhuis en heeft tot doel de patiëntveiligheid en daarmee de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

OPZ Geel zet hier al jaren sterk op in:

  • We hebben een comité Patiëntveiligheid dat geregeld samenkomt en het beleid adviseert, evalueert en bijstuurt.
  • Er is een ziekenhuisbreed meldsysteem, met classificatie van incidenten volgens de taxonomie van de Wereldgezondheidsorganisatie.
  • Personeelsleden worden gestimuleerd om incidenten en bijna-incidenten steeds te melden in het systeem. We analyseren de incidenten en koppelen er beleid aan.
  • We betrekken patiënten en familie actief in de veiligheid van hun zorg.

Zorg voor ongedwongenheid

Waarom we dit belangrijk vinden

Verpleegkundigen, artsen en therapeuten kiezen bewust voor de zorg omdat ze mensen willen helpen op weg naar herstel. Het beperken van iemands vrijheid staat daarbij haaks op onze visie van warme en menselijke zorg. Daarom zien we dwang of vrijheidsbeperkende maatregelen – zoals afzondering of fixatie – enkel als een allerlaatste redmiddel. 

Sinds 2009 werken we binnen OPZ Geel met het project ‘Zorg voor ongedwongenheid’. Onder dit motto zetten we al meer dan 15 jaar sterk in op het vermijden van dwang en vrijheidsbeperking. Onze focus ligt op positieve en proactieve zorg, waarbij we conflicten en escalaties zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Met andere woorden: crisispreventie staat centraal

Drie niveaus van preventie 

Ons crisispreventief handelen steunt op de preventiepiramide, die drie lagen kent:

  1. Primair – proactief: We zorgen voor een veilige en aangename leef- en werkomgeving, waarin zorggebruikers en medewerkers zich goed voelen. Het doel: risico’s voorkomen.
  2. Secundair – preventief: We proberen risico’s vroegtijdig te herkennen en snel in te grijpen om escalatie te voorkomen. 
  3. Tertiair – curatief: Als er toch een incident gebeurt, werken we aan herstel om eventuele nadelige gevolgen te beperken en voorkomen we herhaling zoveel mogelijk. 
Zorg voor ongedwongenheid - visuele voorstelling van de piramide zoals hierboven in tekst omschreven

Veilige zorg voor iedereen

Door de evolutie naar meer acute en complexe zorgvragen merken we dat de kans op ernstige risico’s, zoals agressie, toeneemt. Toch blijft ons uitgangspunt: vrijheidsbeperking vermijden. Dwang kan immers traumatisch zijn voor alle betrokken, zowel voor de zorggebruikers als voor de medewerkers. 

Als een maatregel tóch noodzakelijk is, hanteren we altijd strikte richtlijnen. Het uitgangspunt is dat afzondering en fixatie zeer uitzonderlijke veiligheidsmaatregelen zijn. Ze mogen enkel toegepast worden wanneer er sprake is van acuut en ernstig gevaar voor de zorggebruiker zelf en/of voor anderen én wanneer alternatieven niet langer volstaan. De beslissing hiertoe wordt steeds genomen door een arts of door een verpleegkundige in overleg met een arts.
We volgen hiervoor het referentiekader voor psychiatrische ziekenhuizen, waarin de overheid in een aparte module duidelijke eisen en verwachtingen stelt rond het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Wij moeten ons als ziekenhuis aan deze richtlijnen houden, onder toezicht van Zorginspectie.

Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat

  • We de maatregel nooit langer toepassen dan strikt noodzakelijk;
  • We kiezen voor de minst ingrijpende interventie voor de zorggebruiker;
  • We intensieve zorgen en nabijheid bieden tijdens de maatregel.

Elke beslissing tot het toepassen van een maatregel wordt zorgvuldig geregistreerd in het elektronisch patiëntendossier, met onder andere vermelding van reden en begin- en eindtijd. Op die manier kunnen we de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen opvolgen en analyseren: we brengen patronen en risicosituaties in kaart, vergelijken afdelingen en bespreken de bevindingen met medewerkers. Op basis daarvan ondernemen we gerichte acties, zoals extra training in de-escalatie, het versterken van teamsamenwerking in crisissituaties of het aanpassen van de zorgomgeving. Zo leren we uit cijfers en kunnen we de toepassing van vrijheidsbeperking structureel verminderen. De afgelopen 10 jaar zien we een opmerkelijke daling hierin. Crisispreventie als uitgangspunt heeft binnen OPZ Geel duidelijk een weerslag in de praktijk. 

Concreet in de praktijk

We werken voortdurend aan een zorgomgeving die veiligheid en rust ondersteunt, waarbij we maximaal inzetten op alternatieven voor vrijheidsbeperking. Zo zijn er in alle divisies comfortrooms ingericht: warme, huiselijk ingerichte ruimtes waar zorggebruikers vrijwillig naartoe kunnen gaan als ze gespannen zijn. Een comfortroom is bedoeld als veilig toevluchtsoord waar een zorggebruiker in alle veiligheid tot rust kan komen. Hij/zij houdt zelf de regie in handen – de deur gaat nooit op slot. 

Comfortroom
Comfortroom Kids

Daarnaast organiseren onze referentiepersonen ‘Zorg voor ongedwongenheid’ het hele jaar door opleidingen voor alle medewerkers, waarin de-escalerend werken centraal staat. Zij geven ook gericht advies op teamniveau. 

Ons doel

‘Zorg voor ongedwongenheid’ is meer dan een project, het is een manier van werken en zit doordrongen in onze veiligheidscultuur. Daarom maakt het ook deel uit van ons veiligheidsbeleid ‘Veilige zorg voor iedereen’. 

Suïcidepreventie

Suïcidepreventie is een cruciaal veiligheidsthema in de geestelijke gezondheidszorg. Ons beleidsplan suïcidepreventie wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd door de stuurgroep Veilige Zorg. Het fundament van het suïcidepreventiebeleid binnen OPZ Geel is een gemeenschappelijk gedragen visie. Uitgangspunten in onze visie op suïcidepreventie zijn:

  • We geloven in preventiemogelijkheden; hetgeen niet wil zeggen dat elke zelfdoding voorkomen kan worden.
  • Suïcidaliteit dient een centrale plaats te krijgen in de behandeling en steeds opgenomen te zijn in het behandelplan.
  • Suïcidepreventie is een opdracht van al onze medewerkers. 
  • Het vraagt een brede benadering met aandacht voor primaire, secundaire en tertiaire preventie en volgehouden inzet op alle niveaus van de organisatie.

Primaire preventie

We werken aan een kwaliteitsvolle zorgomgeving met deskundig personeel. Interne richtlijnen rond suïcidepreventie ondersteunen professionele praktijkvoering. Deze zijn gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke en klinische inzichten en conform het inspectiekader. Er is een systematisch vormingsaanbod voor onze medewerkers en een klinische ladder suïcidepreventie. In de praktijk betekent dit dat er op verschillende niveaus in het zorgcentrum zorgverleners met een bijzondere expertise over suïcidepreventie aan de slag zijn. Op teamniveau is er minstens één medewerker die extra aandacht heeft voor het thema, opvolgt welke noden er zijn en mee zorgt voor toepassing van de richtlijnen. Per doelgroep (Jongeren, Volwassenen en Ouderen) is er een referentiepersoon die een gedeelte van de werktijd voor suïcidepreventie vrijgesteld is. Zij geven vorming, ondersteunen teams en coachen de antennepersonen. Op organisatieniveau is er een verpleegkundig specialist die het thema volgt (ontwikkelingen, onderzoek, kennisnetwerk, netwerkcontacten, coaching referentiepersonen, analyse en dergelijke). We denken proactief na over het suïcideveilig maken van de zorgomgeving door potentiële risico’s ten aanzien van suïcidepogingen en suïcides in kaart te brengen. Hiervoor hanteren we een systematiek die niet enkel aandacht heeft voor onze infrastructuur en materialen, maar ook voor het proces van suïcidepreventie in onze zorg.

Secundaire preventie

We streven naar tijdige opsporing van en gepaste, veilige zorg voor suïcidale personen. Er wordt ingezet op het tijdig detecteren van suïcidaliteit door op alle transitiemomenten en bij signalen, suïcidaliteit actief te bevragen en breed te exploreren. De suïcidaliteit wordt geëvalueerd met behulp van de preventieve risicoformulering. Ons uitgangspunt is dat suïcidaliteit prioriteit dient te krijgen in de behandeling en dient opgenomen te worden in het behandelplan. Daarnaast is het werken met een signaleringsplan met geïntegreerd veiligheidsplan een belangrijke interventie bij elke suïcidale persoon. Veiligheid op maat staat voorop, geen streven naar standaardaanpak dus, wel interventies op maat van de persoon en de ernst van de suïcidaliteit. Veiligheid vraagt een brede benadering en gaat veel breder dan ‘beveiligen’; bijvoorbeeld door het doorbreken van isolement van de suïcidale persoon, het in gesprek gaan over suïcidaliteit, contact maken, verhoogd contact eerder dan verhoogd toezicht, samen zoeken naar wat voor (on)veiligheid zorgt, verhoogd therapeutisch aanbod, uitwerken van een veiligheidsplan, inoefenen van strategieën in crisissituatie … Teams hebben de mogelijkheid tot consultvraag bij complexe zorgsituaties.

Tertiaire preventie

We beogen gepaste zorg voor alle betrokkenen van een suïcidaal incident, opvang en ondersteuning alsook preventie van herhaling. Interne richtlijnen bieden houvast om adequate zorg en ondersteuning te bieden aan alle betrokken personen na een incident. Elke suïcidepoging en suïcide van een patiënt in zorg wordt gerapporteerd. Bij een suïcidepoging met ernstige schade en bij elke suïcide wordt samen met alle betrokkenen een analyse uitgevoerd, niet vanuit een schuldvraag, wel vanuit leren uit een incident, breed en oordeelvrij samen kijken of er mogelijkheden zijn om onze zorg in de toekomst veiliger te maken voor alle betrokkenen. Naast de deelname aan het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) voor het thema suïcidepreventie, worden cijfers van suïcidepogingen en suïcides jaarlijks opgevolgd en op alle niveaus van de organisatie besproken en geëvalueerd (o.a. afdeling, divisieoverleg, stuurgroep veilige zorg, comité patiëntveiligheid) in functie van bijstelling van ons beleid waar nodig.

Wilt u meer weten? Beluister de podcast De OPZ Praatgazet – afleveringen suïcidepreventie
Met vragen over het suïcidepreventiebeleid van OPZ Geel kunt u terecht op het mailadres: suicidepreventie@opzgeel.be