Naar de hoofdinhoud

5 December 2019: Studiedag Zorg voor wonen - abstracts

Hieronder kunt u de abstracts van de verschillende lezingen en keuzesessies lezen. Voor het uurschema en alle praktische informatie kunt u hier terecht.

Plenaire lezingen

Diagnostiek: een weg naar het bevorderen van gezondheid?
Dr. Wouter De la Marche, kinder- en jeugdpsychiater, Crisisunit divisie Jongeren OPZ Geel, Referentiecentrum Autisme Antwerpen – afdeling OPZ Geel, en consulent in de Polikliniek kindergeneeskunde UZA.

Gezondheid is een moeilijk te definiëren concept: van afwezigheid van ziekte tot toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn. In de geestelijke gezondheidszorg lijken ziekte en gezondheid nog moeilijker van elkaar te onderscheiden en lijkt het morele en culturele oordeel nog een grotere rol te spelen.
Bovendien is de invulling van gezondheid als concept onderhevig aan veranderingen in de tijdsgeest en de cultuur.
Bij het beoordelen van iemands gezondheid, lijkt de kwaliteit van leven een belangrijke parameter, maar ook hier rijst de vraag vanuit welke invalshoek deze dan ingeschat moet worden.
Diagnostiek wordt gedefinieerd als het vaststellen van een ziekte of stoornis met het oog op behandeling. Gezien het bovenstaande, kan deze medisch-psychiatrische opdracht op diverse manieren ingevuld worden. De invulling is ook afhankelijk van de wijze waarop je als arts kijkt naar de verhouding tussen het bepalen van de aandoening vanuit objectieve classificatiecriteria en het stimuleren van het subjectieve herstelproces van de persoon. Verder kleurt ook de manier waarop je kijkt naar de relatie tussen zwaktes en sterktes van iemand mee de uitvoering van de diagnostische opdracht.
We trachten in deze voordracht uit te zoeken hoe we als psychiaters in interdisciplinair verband een diagnostisch proces kunnen aangaan met het oog op gezondheidsbevordering. En we reflecteren over de wijze waarop het diagnostisch proces een plaats kan krijgen in een perspectief van herstelondersteunende zorg. Er worden handvatten aangereikt vanuit praktijkvoorbeelden uit de context van een kinderpsychiatrische setting (residentieel en ambulant).

Stress: gezond of niet?
Prof. dr. Stephan Claes, psychiater, hoogleraar psychiatrie aan de Faculteit Geneeskunde KU Leuven en diensthoofd volwassenenpsychiatrie in het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven.

Stress kennen we allemaal uit het dagelijks leven. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. We hebben biologische systemen die zich doorheen de loop van de evolutie ontwikkeld hebben om ons toe te laten op een adequate manier om te gaan met stresserende omstandigheden. Maar, we weten ook dat veel mensen last hebben van stress en er ziek van kunnen worden, zowel lichamelijk als geestelijk. Veel jongeren melden zich aan bij hulpverleners en geven aan dat ze de context waar in ze leven zeer veeleisend vinden, en de druk om te presteren niet langer aankunnen.
Wat loopt er in die omstandigheden dan mis met het stress-systeem? Bij mensen met een depressie bijvoorbeeld kunnen we in onderzoek, door middel van labo-experimenten, vaststellen dat de stress-respons inderdaad disfunctioneert. We kunnen dit nu beter bestuderen dankzij nieuwe ontwikkelingen in de technologie, met name door het gebruik van ‘smartphones’ en ‘smartwear’, niet enkel in een labo-situatie, maar ook in het dagelijks leven.
Stephan Claes stelt hierbij in zijn lezing enkele vragen. Kunnen we daaruit iets leren over wat gezonde en ongezonde stress is, en kunnen we mensen zo helpen om stressgerelateerde lichamelijke en psychische aandoeningen te voorkomen? En kunnen we mensen helpen handvatten te vinden om op een zinvolle manier om te gaan met de talloze mogelijkheden maar ook de vele verwachtingen die onze complexe samenleving meebrengt?

Gedeelde zorg voor gezondheid: het perspectief van een patiënt op participatie en herstel.
Elke Plovie, sociaalpedagoog, docent sociaal werk en onderzoeker rond burgerschap en participatie aan de hogeschool UC Leuven-Limburg in Leuven. Drie jaar geleden viel ze uit met een burn-out. Er volgde een opname van vijf maanden. Vanuit haar onderzoek rond burgerschap en participatie blikt ze terug. Ze publiceerde haar verhaal op de digitale site Sociaal.net (12 september 2018).

Mijn naam is Elke. Ik ben mama van drie kinderen, partner, dochter van mijn ouders, vriendin, actief als vrijwilliger en onderzoeker rond burgerschap en participatie. Drie jaar geleden viel ik uit met een burn-out. Wat volgde, was een complex parcours van ambulante therapie en een opname van vijf maanden. Vorig jaar kroop ik samen met Nico Bogaerts van Sociaal.net in de pen. Om mijn ervaring als patiënt en de gesprekken met medepatiënten te verbinden met de concepten waar ik als onderzoeker rond werk. Om taal te geven aan wat ik zag en voelde gebeuren.
Ik wil jullie meenemen in mijn eigen ervaringen als patiënt in de zoektocht naar gedeelde zorg voor gezondheid. Ik probeer mijn ervaringen te ordenen. Op dat moment zet ik mijn pet als docent en onderzoeker rond burgerschap en participatie op. Ik raak thema’s aan als vermaatschappelijking van de zorg, netwerkgericht werken, patiëntenparticipatie, herstel en de basishouding van hulpverleners. Het verhaal dat ik schets, is genuanceerd, maar bevat een duidelijke vraag om participatie en herstel au sérieux te nemen en werk te maken van gedeelde zorg voor gezondheid.

Morele veerkracht als katalysator voor een bezielde zorgverlening.
Dr. Joke Lemiengre, doctor in de biomedische wetenschappen, master in de verpleegwetenschappen, kernexpert ethiek binnen het onderzoekscentrum Resilient People aan de hogeschool UC Leuven-Limburg. Ze doet onderzoek in de zorgethiek en begeleidt zorgverleners en voorzieningen in het versterken van een ethisch zorgklimaat.

Morele stress in de zorg krijgt meer aandacht. Het is de ervaring waarbij zorgverleners weten wat goede zorg is, maar door allerlei factoren er niet in slagen om die goede zorg te realiseren. Wanneer morele stress onvoldoende wordt (h)erkend en zich opstapelt, kan dit nefaste gevolgen hebben voor zorgrelaties enerzijds en voor het mentale en fysieke welzijn van zorgverleners anderzijds.
Morele stress hoeft geen negatieve ervaring te zijn. Morele stress schudt ons wakker en kan een katalysator zijn voor het ontwikkelen van positieve strategieën om met ethische uitdagingen aan de slag te gaan. Zo vergroten zorgverleners hun ethische veerkracht en blijven ze ethisch bewogen.
Tijdens de lezing worden onderzoeksbevindingen verbonden met praktische ervaringen in het begeleiden van zorgverleners met morele stress. Er worden handvatten aangereikt over hoe zorgverleners en teams ruimte kunnen maken om hun morele veerkracht te vergroten.

Keuzesessies

Sessie 1: Het belang van voeding bij psychisch herstel.
Truus Stevens, bachelor voeding- en dieetkunde, diëtiste OPZ Geel.

Het belang van gezonde voeding bij de behandeling van gezondheids- en psychische problemen wordt vaak onderschat.
De hoeveelheid specifieke voedingsstoffen en calorieën die we binnenkrijgen, hebben samen met de lichaamsbeweging die we nemen, een belangrijke invloed op het functioneren van de mitochondriën, de energieleveranciers van ons lichaam.
Op welke manier kunnen voedingsstoffen en caloriereductie bijdragen tot een gezonder lichaam? Welke invloed heeft stress op onze hersenen? Waarom vermijden we beter snelle suikers? Wat is nu die link tussen psyche en gewicht?
Doorbreken van oude patronen is moeilijk. In deze keuzesessie reik ik handvatten aan om inzicht te krijgen in je voedingspatroon. We gaan aan de slag met onze eigen voedingsgewoonten om conditionering te doorbreken. Als deelnemers krijgen we ruim de kans om een inbreng te doen in de vragenronde en uitwisseling.

Sessie 2: Zorgpad beweging in het OPZ Geel.
Ans David, master in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen, permanente vorming met getuigschrift in de psychomotorische therapie, psychomotorisch therapeut divisie Volwassenen OPZ Geel, en Els Gullentops, licentiaat pedagogische wetenschappen (orthopedagogie), stafmedewerker paramedisch departement OPZ Geel.

Iedereen weet dat bewegen gezond is. Toch blijkt het niet eenvoudig om mensen op een duurzame manier in beweging te krijgen.
In januari 2016 ging in het OPZ Geel een werkgroep aan de slag om via een zorgpad het thema beweging op een systematische manier in te bouwen in het behandelaanbod. Gaandeweg ontdekten we dat dit enkel kan lukken als we met z’n allen – niet alleen patiënten, maar ook collega’s - meer gaan bewegen. We gingen dromen van een OPZ dat een cultuur van beweging uitstraalt.
In deze keuzesessie lichten we via een presentatie de ontwikkeling van het zorgpad toe en de manier waarop we werken aan een bewegingscultuur. Daarna is er kans tot uitwisseling van bedenkingen en ideeën.

Sessie 3: Traject persoonlijk beweegplan.
Gert Hannes, bachelor orthopedagogie, runningtherapeut (IALA), physical coach (coach education Joost Desender), trainer UEFA B (KBVB/Sport Vlaanderen/Voetbal Vlaanderen), sportbegeleider Dienst Vrije Tijd, Sport en Vrijwilligerswerk, en Joëlle Vekemans, licentiaat lichamelijke opvoeding en psychomotorisch therapeut, coördinator Dienst Vrije Tijd, Sport en Vrijwilligerswerk OPZ Geel.

Tijdens de sessies psychomotorische therapie ontdekken cliënten vaak een persoonlijke meerwaarde in beweging. Vanuit het zorgpad beweging wordt ook sterk ingezet op het effect van beweging op de gezondheid van onze cliënten. Wie meer wilt bewegen in het dagelijks leven of op zoek is naar een specifiek sportaanbod, kan men doorverwijzen naar de dienst vrije tijd. Het sportteam helpt hen dan op weg met een persoonlijk beweegplan. Onze beweegcoaches stellen een beweegprogramma op of kunnen de cliënt doorverwijzen naar een aanbod dat bij hem of haar past, zoals bijvoorbeeld de interne sportclub, een lokale sportaanbieder of één van onze sportbuddies. Indien gewenst, wordt ook gekeken naar wat mogelijk is in de eigen gemeente en worden cliënten begeleid bij de eerste contacten.
Na een intro zetten we jou in deze keuzesessie letterlijk in beweging om mee te denken rond dit traject van ‘beweging op verwijzing’ binnen het OPZ met het sportteam als beweegcoach. Aan het einde is er gelegenheid om ervaringen te delen en informatie uit te wisselen.

Sessie 4: ‘Als een ervaring aan je blijft plakken’: handvatten rond zorgzaam omgaan met jezelf.
Tinne Vromans, psychiatrisch verpleegkundige leefeenheid Angst en Depressie divisie Volwassenen OPZ Geel, referentieverpleegkundige zorg voor ongedwongenheid, lid FiST (Firefighter Stress Team) Vlaanderen, Sandra Claessens, opvoedkundige Forensische K-dienst divisie Jongeren OPZ Geel, en
Sarah Gyesbreghs, psychiatrisch verpleegkundige leefeenheid Angst en Depressie divisie Volwassenen OPZ Geel.

In deze interactieve workshop,  gegeven door leden van het ECHO-Team (eerste collegiale hulp en opvang), wordt er stilgestaan bij wat je kan doen wanneer je in het werkveld geconfronteerd wordt met een ervaring die aan je blijft plakken.
Afhankelijk van een aantal persoonlijke en omgevingsfactoren, kunnen deze ervaringen je erg raken en reacties opwekken die normaal zijn in deze abnormale situatie. Het is dan belangrijk om goed voor jezelf en elkaar te zorgen.
Er is ruimte voor het uitwisselen van ervaringen en je krijgt de kans om informatie te delen. Wanneer je de workshop verlaat, weet je meer over de werking van het ECHO-Team binnen het OPZ en heb je enkele handvatten om zorgzaam om te gaan met jezelf en je collega’s.

Sessie 5: De gezondheidsbevorderende effecten van Tai-chi.
Cindy Teixeira Mota, master revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen en master in de geestelijke gezondheidszorg, psychomotorisch therapeute in de divisie Volwassenen OPZ Geel, Tai-chi instructor.

Tai-chi bestaat uit langzame, zachte, continue, laagdrempelige bewegingen, die geschikt zijn voor alle leeftijden. De bewegingen zijn zo gestructureerd dat alle spieren en gewrichten worden gebruikt. Hierdoor verbeteren niet alleen het evenwicht en de coördinatie van de verschillende ledematen, maar ook de conditie en de bloedcirculatie.
Tai-chi grijpt in op het corrigeren van de lichaamshouding, waarbij aandacht wordt geschonken aan de basishouding. Op deze manier leert men de aandacht naar het hier en nu te brengen en leert men bewust aanwezig te zijn. Het concentratievermogen verbetert. De ademhaling verloopt traag en natuurlijk. Het gewaarworden wordt ontwikkeld en de hersenen en het lichaam worden gefaciliteerd om in een actieve aandacht te komen en van hieruit te reageren. Men krijgt controle over de uitgevoerde bewegingen.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat Tai-chi op vele vlakken verbetering of op zijn minst stabiliteit teweegbrengt. Enkele voorbeelden: een betere mobiliteit van de onderste ledematen bij mensen met reumatoïde artritis; een betere longcapaciteit bij patiënten met COPD (chronic obstructive pulmonary disease); minder vermoeidheid bij mensen met MS. Verder zijn gunstige effecten aangetoond bij mensen met osteoporose, ADHD, diabetes, Metabool syndroom, Parkinson, fybromyalgie en valrisico.
Ook op psychisch niveau zijn er gunstige effecten. Studies tonen namelijk aan dat Tai-chi het psychisch welbevinden bevordert, met een vermindering van angst, stress en depressie en met een verbetering van de globale stemming.
Na een korte toelichting over Tai-chi krijgen de deelnemers tijdens de keuzesessie de kans om de positieve effecten op lichaam en geest zelf te ervaren. Hierbij wordt gewerkt met een vorm ontwikkeld door huisarts Paul Lam, volgens de Sun Stijl. Aan het einde van de sessie kunnen de deelnemers ervaringen delen en is er ruimte voor vragen.

Sessie 6: Zorginfrastructuur en ruimte voor stiltebeleving.
Jan Vanreusel, master toegepaste economie, financieel en technisch directeur OPZ Geel, en Jan Willems, vrijwilliger in het OPZ Geel en lid van de Werkgroep Stilte en Bezieling OPZ Geel.

Zoals elk zorgcentrum dient het OPZ Geel bij diverse bouwprojecten en infrastructuurwerken – zoals bijvoorbeeld de recent gerealiseerde kinderpsychiatrie of de nieuwe PVT waaraan gebouwd wordt - rekening te houden enerzijds met zogenaamde ‘harde’ criteria en anderzijds ‘zachte’ criteria. Harde criteria betreffen bijvoorbeeld oppervlakte, isolatie, energieverbruik, veiligheid. Zachte criteria betreffen bijvoorbeeld woonkwaliteit, huiselijkheid, aandacht voor stilte en rust, groene omgeving.
In deze keuzesessie willen we focussen op de aandacht voor stiltebeleving, zowel in de binnenruimte van de gebouwen als in de manier waarop de omgeving ingericht wordt; vanuit het uitgangspunt dat de aandacht voor stiltebeleving fundamenteel bijdraagt tot de zorg voor de (geestelijke) gezondheid van mensen.
We kijken naar wat feitelijk op dit punt reeds gerealiseerd wordt bij de bestaande infrastructuurwerken en bij lopende bouwprojecten in het OPZ Geel. We gaan tevens na wat de punten zijn waar verbetering mogelijk is. Er wordt aandacht gegeven aan de mogelijke creatie van stilteruimten en luwteplekken. Tevens wordt gekeken naar de globale integratie van stilte en rust in de inrichting van het interieur en van de buitenruimte. Inspiratie wordt gevonden in onderzoek en bij goede praktijken in andere zorgvoorzieningen en in de bredere stiltewerking. Handvatten voor de praktijk worden geëxpliciteerd.
In deze keuzesessie willen we via een presentatie toelichten hoe we streven naar de invulling van dit aspect en welke mogelijke punten van verbetering ons voor ogen staan. De deelnemers krijgen ruim de kans om een inbreng te doen zowel tijdens de toelichting als in de vragen- en interactieronde die er op volgt. Er is ruimte voor wisselwerking, kritische feedback en verruiming van de horizon.